Column van Kees: Fietsen op zondag, mag dat, dominee?

  

‘Fietsen op zondag, mag dat, dominee?’ Catechisatie in de 50-er jaren met eens in de maand als vaste prik het “vragenuurtje”. Af en toe was er een leergierige die deze prangende vraag eruit wrong. Of een soortgelijk probleem. Het soort vragen op geloofsgebied is nu wat anders.
Bijv. kan God ook een “zij” zijn? Of heftiger: “Bestaat God eigenlijk wel?” Overigens heeft deze vraag natuurlijk altijd geleefd, zij het, denk ik, minder dan nu.

Een voorbeeld. Een tijd geleden (ik heb het misschien al eens verteld) liep ik met een vriend te wandelen. Abrupt stond hij stil. Van zijn gezicht was onrust te lezen en angst, echte angst. Zo kende ik hem niet. Haperend zei hij: “Kees, bestaat God eigenlijk wel? Ja, toch, hè. Als Hij niet bestaat, heb ik helemaal voor niks een paar duizend preken geschreven en gehouden. Dan heb ik altijd tegen het plafond staan bidden. Dan heb ik de mensen “getroost” met lege woorden.” Ik was een beetje verstomd. Was dát mijn vriend met zijn enthousiaste geloof? Maar van het ene op het andere moment was hij weer de oude. ”Ik lijk wel helemaal gek, zeg. God niet bestaan? Als er Iemand leeft is de Here God het wel.”

Maar het is wel een benauwende en kwellende vraag. Hij overvalt mij ook wel eens en ik kan me niet voorstellen dat ik de enige ben in de Tabernakelkerk. “Ik geloof! Kom mijn ongeloof te hulp” (Marcus 9:24) bid ik dan gauw. Wie weet hoeveel oprechte gelovigen overvallen worden door die verbijsterende vraag. Hoe kan dat toch? Ik ben ervan overtuigd dat “de overste van deze wereld” – de satan zelf hier een rol speelt. Hij wil ons zo graag verwarren en laten twijfelen om ons in zijn macht te krijgen. Hij is bereid om met God om elke gelovige op de vuist te gaan.
Wat moeten we doen? Leven en proberen de goede strijd van het geloof te strijden (1 Tim.6:12) met als rugdekking de belofte van Christus: “Simon, Simon (en hier kunnen we onze eigen naam invullen) weet dat de Satan jullie voor zich heeft opgeëist om jullie als graan te kunnen zeven. Maar ik heb voor je gebeden opdat je geloof niet zou bezwijken.” (Lucas 22: 32 en 32a.)