Column van Kees: Schokkend

  
Willem, jongere broer van mij, had gezegd dat, als het zover zou zijn, hij gecremeerd wilde worden. Hij overleed en wij waren bij de afscheidssamenkomst. Aan het eind van de plechtigheid nodigde de uitvaartleider ons uit voor een laatste groet “voordat de kist de oven ingeschoven wordt.” Aan wat daarna met hem gebeurde, denk ik liever niet.
Ik weet nog goed dat mijn moeder (heel lang geleden) van hem in verwachting was. Het viel haar niet mee, dat was duidelijk. Ze was bijzonder dik (later werd duidelijker waardoor) en het was een hete zomer. Eindelijk deed Willem z’n intrede en vrijwel alle leed was geleden. (Tussen haakjes: Willem werd op de voet gevolgd door nog zo’n kereltje. Een tweeling: ongedacht en onverwacht). Als je met grote aandacht zo’n pasgeborene bekijkt, kun je overstroomd worden door gevoelens van opperste verbazing en bewondering. Die handjes en voetjes alleen al…
Het is onvoorstelbaar dat God en mens mogen samenwerken bij het ontstaan van nieuw leven. Mijn moeder torste hem negen maanden en bood hem veiligheid en voedsel en de grote Schepper van alle dingen borduurde aan hem verder (psalm 139), legde de laatste hand aan hem, en schiep van een ongevormde een compleet mens. Psalm 139 laat weten dat het hier om een diep mysterie gaat, dat huiver oproept. Alles in je lichaam heeft een functie, niets
is overbodig. Alles is op elkaar afgestemd. “Ik loof U omdat ik zo wonderbaar ben gemaakt.” Na de plechtigheid werd Willem dus, perfect opgebouwd door onze Schepper gedurende negen maanden, de oven ingeschoven. Een ongekend mooi scheppingswerk (ondanks tekenen van zijn ziekte) werd vernietigd in het vuur.
Iemand zei (in een gesprek over begraven of cremeren): “God is heus wel bij machte uit de as een nieuw, hersteld mens te scheppen op de jongste dag.” Dat geloof ik ook. Maar is het niet veel mooier aan de aarde te worden toevertrouwd dan aan ontbinding te worden prijsgegeven in een oven? Wat met grote aandacht en liefde ontwikkeld werd in de baarmoeder wordt bij crematie in één keer vernietigd. Bij begraven gaat het om een proces. In 1 Cor.15 staat
het zo aangrijpend: de graankorrel, de mens, wordt gezaaid “in vergankelijkheid en wordt opgewekt in onvergankelijkheid.” En verder spreekt het me erg aan wat de ethicus prof. J. Douma zegt: “Crematie is een symptoom van onze geseculariseerde wereld.”